Zoek op NL
Sluit

Zoeken op de site

Retentie verbeteren

Nederlandse afgestudeerde dierenartsen die de praktijk verlaten: Een mixed-methods analyse van frequentie en onderliggende redenen

Deze studie had als doel om te evalueren hoe vaak afgestudeerde dierenartsen tussen 2009 en 2019 in Nederland de praktijk verlaten, wat hun redenen voor vertrek zijn en wat het relatieve belang van deze redenen is.

Door Sonneveld, D.; Goverts, Y.; Duijn, C.C.M.A.; Camps, G.; Bougie, R.; Mastenbroek, N.J.J.M. op July 04, 2024

Methoden
Studie 1 (focusgroepsessies, n = 14) van dit project was gericht op het vaststellen van de redenen die Nederlandse dierenartsen hebben om de dierenartsenpraktijk binnen 10 jaar na hun afstuderen te verlaten. In studie 2 werden de frequentie waarmee dierenartsen de dierenartsenpraktijk verlaten en het relatieve belang van de redenen voor vertrek die in studie 1 werden geïdentificeerd, onderzocht door middel van een cross-sectionele digitale enquête. Een carrière in de dierenartsenpraktijk werd gedefinieerd als werken in de eerste- of tweedelijns dierenartsenpraktijk. Het verlaten van de praktijk werd gedefinieerd als het beëindigen van het dienstverband in de dierenartsenpraktijk.

Resultaten

De resultaten van onderzoek 1 leverden 20 redenen op die dierenartsen gaven om de dierenartsenpraktijk binnen 10 jaar na hun afstuderen te verlaten. Een van de redenen die uit dit onderzoek naar voren kwam, werd niet eerder in de literatuur genoemd: het verlaten van de dierenartsenpraktijk als een vooraf gepland carrièrepad. Studie 2 toonde aan dat het gemiddelde percentage respondenten uit de afstudeerjaren 2009 tot 2014 die de praktijk binnen 5 jaar na hun afstuderen verlieten 16,8% was. De belangrijkste redenen die respondenten opgaven voor deze carrièrestap waren een slechte balans tussen werk en privé, een te hoge werkdruk, onvoldoende beloning en een ervaren gebrek aan steun van de werkgever.

Conclusie

Een aanzienlijk aantal dierenartsen verlaat de diergeneeskundige praktijk binnen 5 jaar na hun afstuderen. De belangrijkste redenen voor deze beslissing zijn buitensporige taakeisen of onvoldoende middelen. Daarnaast zijn deze redenen het gevolg van negatieve ervaringen met de organisatie van het werk, management en beloning. Lees HIER meer .